Chris van Lenteren over Kokoro: de wegen van het hart

recensies-rubriek

141110_natsumeKokoro: de wegen van het hart
Soseki Natsume

Een roman uit 1914, een Japanse roman, het leken me vooraf , ernstige culturele barrières die het lezen ervan zouden bemoeilijken. De beeldschone, verstilde foto op de kaft trok me over de streep en …..niets bleek minder waar. Hoewel de wereld van de hoofdpersonen in het boek mijlenver van mij afstaan in leefwereld, taal, gewoontes en kleding, wist het boek een moderne westerling als mij diep te raken. Toen ik in het boek was begonnen en een vriend mij vroeg hoe ik het tot dan toe vond, zei ik dat ik de neiging had om elke keer voordat ik het weer ter hand nam, eerst te gaan baden, als een soort reinigingsritueel voordat ik weer aan dit zuivere verhaal zou beginnen.

In Kokoro draait het om twee mannen, een jonge student en een oudere man, die elkaar tamelijk toevallig , tijdens een strandvakantie, tegen het lijf lopen. Er ontstaat een soort vriendschap die hier en nu een beetje vreemd aandoet, maar in Japan in die periode gebruikelijk was. Het ging dan om een soort mentorrelatie tussen een oudere ervaren man met levenswijsheid en een jongere die respectvol naar hem opkeek, zo staat in het nawoord van het boek geschreven. Vandaar dat de oudere man door de jongere sensei wordt genoemd, meester. De beide hoofdpersonages krijgen overigens geen naam, ook een belangrijke bijfiguur wordt eenvoudigweg K genoemd, waardoor ze een universeel karakter krijgen, een soort Japanse Elckerliecjes.

De mentorrelatie tussen de jonge man en sensei groeit in het eerste deel van de driedelige roman langzaam maar zeker uit. De jongere raakt gefascineerd door sensei maar merkt dat er iets is wat het hart van de meester bezwaard. Hoewel er sprake is van groot respect van de jongen voor sensei blijft hij indringend doorvragen over wat er dan gebeurd is waardoor hij zo’n last lijkt te dragen. “Uw verleden heeft uw ideeën voortgebracht, daarom hecht ik er belang aan” zegt de jongen. Sensei wantrouwt alle mensen, ook de jongen, maar wil hem eigenlijk niet wantrouwen, daarvoor lijkt hij hem te naïef. Hij wil voordat hij sterft ten minste in één persoon geloven. Daarom belooft hij de jongen dat hij zijn verleden zal vertellen zonder iets weg te laten.

In het tweede deel keert de jongen na het behalen van zijn diploma van de universiteit terug naar huis, op het platteland, waar hij eigenlijk snel weer weg wil om naar Tokio en vooral sensei te gaan. Familiaire verplichtingen maken dat hij niet weg kan. Zijn vader is ziek geworden en sterft uiteindelijk, het is niet toevallig dat het sterven van de vader nagenoeg samenvalt met de dood van keizer Meiji. De botsing tussen het oude en nieuwe Japan wordt weerspiegeld in de emotionele dilemma’s waar de jongen voor staat en de moeilijkheden tussen hem en zijn ouders.

Deel drie, de apotheose van de roman, bestaat uit een lange brief van sensei. Hierin wordt, zoals beloofd zonder iets weg te laten, het verhaal verteld dat beschrijft hoe hij wordt wie hij geworden is . De brief beslaat 124 bladzijden, bijna de helft van de roman. Op uiterst fijnzinnige wijze worden we deelgenoot van de gevoels- en gedachtewereld van de jonge sensei en maken de emotionele en morele dilemma’s met hem mee. De context waarbinnen zijn beproevingen zich voltrekken bestaat uit, hoe kan het ook anders, de vriendschap en de liefde. Met een genadeloze zelfreflectie portretteert sensei zich als een moreel verwerpelijk mens die de verkeerde keuzes maakt met noodlottige gevolgen voor zijn vriend. Het speelt in een, voor ons, bijna onkenbare cultuur, een hele eeuw geleden en toch spreekt deze roman de universele taal van de grote vragen, zodat we onszelf gespiegeld zien als in de Griekse tragedies. Maar dan vergeet ik misschien wel het belangrijkste, de verpletterende schoonheid van deze roman, die maakt dat je eerst wil douchen alvorens het boek weer ter hand te nemen, de schoonheid die in 1914 zijn gezicht nog niet had verbrand, maar dat was bij ons, toen.