Chris van Lenteren over ‘Een klein leven’ van Yanagihara

recensies-rubriek

 

9789046820315.pcovr.01.kleinleven.inddEen klein leven
Hanya Yanagihara

Ik schrijf deze boekbespreking op uitnodiging van Stein. Na de navolgende scene vroeg hij me of ik het wilde opschrijven. “anders denken de lezers dat je alles altijd maar goed vindt’, zei Stein.

“Wat een rotboek”, blufte ik tegenover onze boekverkoper. Ik moest immers bij voorbaat tegen een luid lovend oordeel van onze Stein opboksen, zoveel wist ik al. “Ellendeporno” bracht ik tegen zijn veroordelende verbijstering in. “Je bent echt de eerste die een negatief oordeel over dit boek heeft, iedereen is diep onder de indruk”. “Was je dan niet ontroerd bij het lezen?”. “Ja dat was ik, maar daarna voelde ik me gemanipuleerd”. Vervolgens raakten we in een discussie verzeild over ontroering. “Bestaat er dan zoiets als goede en slechte ontroering?” wierp Stein op. En dat zette me aan het denken. We waren het erover eens dat we wel een zeer interessant thema te pakken hadden. Ik heb een nog weinig gedefinieerd en gedifferentieerd denken over ontroering. Of er zoiets bestaat als ontroering, die op doorgestoken kaart blijkt te berusten. Dat je de techniek van het oproepen van de ontroering te zeer door het verhaal door leest. Of dat je steeds dezelfde truc gewaarwordt en de ontroering daardoor afkalft. Dit soort overwegingen spelen door mijn hoofd. Omdat ik het boek dat iedereen mooi lijkt te vinden niet kan appreciëren, zet het mij aan het denken.

Maar er is mijns inziens nog wel meer tegen dit overigens bij vlagen erg mooie boek in te brengen. Het belangrijkste bezwaar dat ik heb is wel de extreme causale lineariteit van het verhaal. Oorzaak en gevolg zijn van beton; Jude heeft vreselijke dingen meegemaakt in het verleden en daarom is hij zo, daarom heeft hij een inktzwart zelfbeeld en kan hij ook nooit geloven dat er iemand is die van hem houdt. De rest van de werkelijkheid heeft geen enkele invloed op Jude, zijn vrienden niet, de tijd niet en zijn werk niet.

Maar wat mij het meest stoorde aan “Een klein leven” is de techniek van het beetje bij beetje “onthullen” van de aard van de kwellingen waar Jude onder heeft geleden in zijn jeugd. De spanning werd zodanig uitgesmeerd opgevoerd dat er zich zelfs enige teleurstelling van mij meester maakte toen het hele verhaal op tafel kwam. Die voortdurende onthulling van, en de tot in detail beschreven emotionele en fysieke martelingen van Jude, waren voor mij te veel op effectbejag geschreven en gingen me zo tegen staan dat ik op driekwart van het boek de brui eraan heb gegeven.

 

Chris van Lenteren