Chris van Lenteren over ‘Het smelt’ van Lize Spit

recensies-rubriek

160301_spitHet smelt
Lize Spit

Chris van Lenteren over dit boek:

Als Nederlanders zijn we gewend aan de effecten van de welstandscommissies van onze steden en dorpen. Maar soms rijden we, op weg naar onze vakantiebestemming bijvoorbeeld, door zo’n onwaarschijnlijk lelijk Belgisch dorp en vragen we ons af hoe het leven daar zou zijn. Lise Spit kent zo’n dorp kennelijk van binnen en van buiten. Ze schrijft haar roman, ”Het Smelt” met een trefzekerheid en doorleefdheid die bijna niet op research alleen gebaseerd kan zijn. Nou, het leven in zo’n dorp kan er zo uit zien als we vrezen als we erdoor rijden, denk je als je deze roman uit hebt.

De hoofdpersoon heet Eva, als afvallige Christen kan ik in die naam niet anders dan de eerste vrouw zien. De eerste vrouw, Allevrouw, de vrouw. Als Spit in Eva’s lijdensweg, de weg van alle vrouwen wil symboliseren is ze weinig hoopvol over het lot van vrouwen.

“Het Smelt” vertelt het verhaal van Eva in drie tijdsgewrichten, de lagereschooltijd, het jaar 2002, en dertien jaar later. Door deze drie periodes door elkaar te snijden weet Spit de spanning zodanig vast te houden dat je het boek eigenlijk niet dicht wilt slaan.

Als Eva naar de lagere school gaat, blijken er nog twee kinderen in het dorp te wonen van dezelfde leeftijd, Pim en Laurens, samen groeien ze naar ze een hecht drietal, ze noemen zich dan ook de drie Musketiers. Deze periode laat zich lezen als een jongensboek maar dan anders.

Eva groeit samen met haar broertje Jolan en zusje Tesje op in een gezin met immer alcoholisch bedwelmde, totaal onverschillige ouders.

Schrijven kan Spit en ze weet daarbij het gegeven, dat we het verleden slechts kunnen zien door de bril van wie we nu zijn, meesterlijk te verwerken waardoor de herinneringen volwassen kinderlijk zijn. Met een unieke stijl die rauwheid paart aan schoonheid, trekt ze de mythe van het onschuldige kind volledig aan flarden. De ontluikende seksualiteit van het drietal heeft niets liefs, magisch of vertederends. In hun pubertijd lijdt het verhaal van het hechte vriendendrietal onherroepelijk naar een gruwelijk uit de klauw lopende apotheose, waarin lust, schuld en boete en te vereffenen rekeningen een emotionele kluwen vormen waarin de jongeren vastdraaien.

Ondertussen, in de derde periode vertrekt Eva, al in het begin van de roman, uit Brussel, waar ze een kamer bewoont, met een groot blok ijs in een krat in de achterbak van de auto, naar een soort herdenkingsbijeenkomst in het dorp van haar schooltijd. In het aardedonkere einde komt alles bij elkaar.

Lize Spit schrijft deze tragikomedie meesterlijk met een lichte toets waardoor het schurende verhaal goed te verteren is, de laatste bladzijden echter laten je daardoor naar adem happen.