Chris van Lenteren over ‘Twee wegen’ van Per Petterson
Na het altijd weer enigszins traumatische dichtslaan van het boek waar ik enige tijd in heb gewoond, moet ik er ook altijd weer iets van vinden; in dit geval van de roman “Twee wegen” van de Noorse schrijver Per Petterson en tegenwoordig schrijf ik dat dan ook op.
Waar was ik die uren geweest tussen de eerste en laatste bladzijde. Bij twee voormalige hartsvrienden Tommy en Jim die elkaar na dertig jaar zomaar op een brug tegenkomen, een paar woorden wisselen en weer uit elkaars blikveld verdwijnen. Het wemelt overigens van de bruggen in deze roman. Vanaf dat moment gaan we als een schaakpaard door de geschiedenissen, steeds vanuit de verschillende perspectieven. Ik was bij een gezin dat het niet gemakkelijk heeft , moeder is met de noorderzon vertrokken, vader zuipt zich klem en slaat erop. Een zus en broer die op elkaar steunen, elkaar nodig hebben en een tweeling die het allemaal nog niet zo in de gaten heeft. Nadat Tommy, vaders been met een honkbalknuppel aan gort heeft geslagen, spat het gezin uit elkaar en verschuiven de verhoudingen en loyaliteiten. Ik was bij de vriendschap tussen Tommy en Jim, zag deze groeien en ook weer complex worden en de misverstanden zich opstapelen, zoals dat kan gaan.
Op onnavolgbare wijze verteld Patterson dan de verhalen van de vrienden en de zus. Dat doet hij vaak in weemoedig stemmende zinnen zoals: Even voor kerst begon hij te veranderen. Ik wist niet waarom, we stonden in de sneeuw op het schoolplein, en ik vroeg of er iets gebeurd was, iets wat hij me kon vertellen, maar er was niets gebeurd, zei hij.
Nergens bezondigd de auteur zich aan psychologische duiding en laat hij Tommy die het nog slechter heeft gehad dan Jim, zelfs sterker uit de strijd komen, daarmee illustrerend dat de werkelijkheid altijd vele malen complexer is dan het simpele oorzaak-gevolg schema van de psychologische duiding. Langzaam groeit de complexiteit met ieder hoofdstuk. Als lezer word je door de gebeurtenissen en het ontbreken van informatie over de binnenkant van de personages gedwongen om invullingen te maken, show, don ‘t tell. En de strijd die ze voeren wordt daardoor jouw strijd. Het wordt het universele verhaal van opgroeien, tegen de storm in fietsen en daardoor worden die je bent. Zonder een makkelijk excuus daarin te vinden, erkennen dat je bent wie je geworden bent, inclusief wie je vroeger was, waar je toen opgroeide en wat je daar zelf in bewerkstelligde.
De roman stelt de vraag of je kunt ontsnappen aan je verleden, staat op de achterflap. Ik denk dat de vraag in deze roman beantwoord wordt, je kunt niet ontsnappen aan wie je bent geworden en dat is inclusief het verleden. Maar wie je geworden bent is zeker niet één op één toe te schrijven aan wat je is overkomen, dat is weer zo’n platte psychologisering.
En dan die zinnen die ontploffen waar je bijstaat.
En ik was beneden in de hal, trok mijn schoenen aan, vloog de deur uit en gooide mijn gymtas op het trapje zodat ik niet alleen daarvoor weer naar binnen zou moeten, maar toen rende ik weer terug en nam hem mee en keek terwijl ik rende over de heg van de buurman, en zijn auto stond roerloos met de neus in de garage en ik dacht hoe kan een auto er zo godvergeten christelijk uitzien, zo maken ze ze vast niet in de fabriek, alsof er een groot kruis op de voorruit was geplakt, een doorzichtig kruis, of was het misschien iets met erfelijkheid en milieu, zoals we op school bij biologie leerden; alsof dat ook voor auto’s gold, dat ze zich konden aanpassen aan hun eigenaar, hoewel auto’s strikt genomen niks met biologie te maken hadden”.
Razende, bijna hallucinerende zinnen die een week soort melancholie in mij wakker maken.
Ach, het zijn maar een paar ingrediënten die ik probeert aan te wijzen als een soort illustratie of bewijs van genialiteit of meesterschap, maar het is grote onzin. Een maaltijd wordt er echt niet lekkerder van als je weet wat er inzit, integendeel, daarom vind ik die belachelijke gewoonte van obers de laatste jaren, om omstandig uit te gaan leggen wat er allemaal in je gerecht is verwerkt, al dan niet op bedjes, al dan niet huisgerookt, al dan niet handgedoken, ronduit weerzinwekkend.
Twee wegen van Per Petterson, ik vind het een ongewoon mooi boek en hoe dat komt, misschien dat schrijvers dat uit kunnen leggen, maar ik hoef het niet te weten.
Chris van Lenteren