Helma van der Linden over ‘De ochtendgave’ van A.F.Th. van der Heijden
De ochtendgave
A.F.Th. van der Heijden
Ik begon nerveus aan het lezen van “De Ochtendgave”. Waarom nerveus? Ik ben toch groot fan van het werk van van der Heijden en probeer alles van hem te lezen. Het heeft me nog nooit teleurgesteld, integendeel; ik vind het steeds beter en intenser worden. Maar nu, een historische roman? Een heel nieuw genre?
Een genre dat ik overigens graag lees, ik heb alles van James Michener verslonden. Maar past zoiets bij van der Heijden? En dan ook nog Nijmegen, een stad waar ik alleen maar vloekend doorheen ben gereden op weg naar mijn broer in het ziekenhuis.
Ik begon met hoop én vrees en was meteen gepakt door de gouden knopen en het rollende hoofd, dat niet bloedde.
Ik bleef, bijna ademloos, gepakt door het liefdesverhaal, het verraad, de horreur van een bezetting, het geweld, de sfeer, de taal en het lieve jongetje, dat zo aan Tonio deed denken.
Dat kan A.F.Th. van der Heijden dus óok. Je ziet het oude Nijmegen voor je, je ruikt het en je proeft het en nu wil ik er naar terug, mét mijn broer. Kijken naar wat er nog over is van de historie en wat er nu leeft. Nijmegen is prachtig geworden.
Hadden we maar op deze manier geschiedenis onderwijs gehad. Dan was het mooi, leuk en spannend geweest en was er iets van blijven hangen. Een dikke zes min voor mijn leraren.
James Michener; Eat your hart out!
Moet iedereen dit boek lezen? Ja natuurlijk, beter nog; twee keer.