De Spijkerman top 5 van 2015
€ 24, 90
Jeruzalem, de winter van 1959. Shmuel Ash besluit zijn studie (en zijn geplande afstudeerproject waarin hij zich vooral richt op de rol van de mysterieuze Judas) af te breken. Tegelijkertijd verlaat …
Komt een paard de kroeg binnen
David Grossman
€ 19, 90
In een zaaltje op een industrieterrein ten noorden van Tel Aviv staat de kleine, bebrilde stand-upcomedian Dov Grinstein op het toneel. Elke keer dat het hem niet lukt het publiek aan het lachen te krijgen …
Zo begint het slechte
Javier Marías
€ 24,99
Welk geheim ligt er verscholen achter het ongelukkige huwelijk van Eduardo en Beatriz? Zelfs Juan de Vere, vriend en vertrouweling, kent de waarheid niet. In het bruisende Madrid van 1980 …
€ 19, 90
Haar zoektocht leidt haar door Noord-Amerika en Latijns-Amerika, waar ze in contact komt met een charismatische, wereldberoemde internetrebel, Andreas Wolf. Maar Pip weet niet dat Wolf …
€ 17,50
‘Hoe ik erin verzeild raakte? Rusteloosheid – ja, dat in eerste instantie. Ik had een geliefde, een hoogbegaafde en licht autistische natuurkundige die maar niet kon beslissen …
Bekijk ook de top 6 van 2014
en de top 5 van 2013
Jeruzalem, de winter van 1959. Shmuel Ash besluit zijn studie (en zijn geplande afstudeerproject waarin hij zich vooral richt op de rol van de mysterieuze Judas) af te breken. Tegelijkertijd verlaat zijn vriendin hem om met zijn beste vriend te trouwen en blijkt dat zijn ouders hem niet meer financieel kunnen ondersteunen. Shmuel heeft er genoeg van en wil Israël verlaten, maar dan ziet hij een advertentie die hem de mogelijkheid geeft om in Jeruzalem te blijven, ook al mag hij niemand vertellen waar hij is. Hij komt terecht in het huis van een oude man, Gerschom Wald. ’s Nachts leest Shmuel hem voor; ze praten over het zionisme en het conflict tussen de Joden en de Arabieren. Ze praten, kortom, over God en de wereld.
In het huis van de oude man ontmoet Shmuel ook de ondoorgrondelijke Atalja Abrabanel, wier overleden vader een van de leiders van de zionistische beweging was. Direct is hij van zijn stuk gebracht door de schoonheid en ongenaakbaarheid van deze vrouw. Langzaam weet hij het geheim van de relatie tussen de oude man en Atalja te ontrafelen.
Komt een paard de kroeg binnen
David Grossman
In een zaaltje op een industrieterrein ten noorden van Tel Aviv staat de kleine, bebrilde stand-upcomedian Dov Grinstein op het toneel. Elke keer dat het hem niet lukt het publiek aan het lachen te krijgen, slaat hij zichzelf schrikbarend hard in het gezicht.
Als het publiek begint te morren, spreekt een kleine vrouw de zaal toe vanaf de eerste rij. Zij leerde Dov kennen als kind: toen was hij een beetje vreemd, maar hij was de enige die haar niet pestte.
Door haar verhaal neemt Dovs optreden een persoonlijke wending. Hij vertelt over zijn vader Chezkel (kapper en handelaar in namaak-Levi’s) en moeder Sara (kampoverlevende), en zegt dat hij vroeger op zijn handen liep om zijn droevige moeder aan het lachen te krijgen. Het publiek wil moppen, maar Dov gaat verder met zijn eigen levensverhaal. Als tiener werd hij op een dag weggeroepen uit het premilitaire trainingskamp, omdat een van zijn ouders was overleden. Niemand vertelde hem wie er dood was, en tijdens de rit naar Jeruzalem bedenkt hij van wie hij het erger zou vinden. Hij zet plusjes en minnetjes achter zijn vader en zijn moeder en vindt zichzelf daarom een klootzak. Daar krijgt hij wel applaus voor, van de laatste drie mensen in de zaal.
Zo begint het slechte
Javier Marías
Welk geheim ligt er verscholen achter het ongelukkige huwelijk van Eduardo en Beatriz? Zelfs Juan de Vere, vriend en vertrouweling, kent de waarheid niet. In het bruisende Madrid van 1980 werkt hij voor de filmregisseur en zijn vrouw. Deze positie stelt hem in het staat het vreemde en onevenwichtige leven van dit echtpaar te bestuderen. Wanneer hij Beatriz’ minnaar wordt, volgen de schokkende gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op. Jaren later beseft Juan dat we ons verleden onder ogen moeten zien, om niet in een leugen te blijven leven. Maar bovenal ontdekt hij dat onze kijk op de gebeurtenissen uit het verleden altijd gekleurd is door persoonlijke observaties; niet omdat we dat willen maar omdat we niet anders kunnen.
Met een boekrecencie van Chris van Lenteren
Zuiverheid, de nieuwe, grote roman van Jonathan Franzen, vertelt het verhaal van de Amerikaanse Purity Tyler, voor de mensen in haar omgeving bekend als Pip – zij schaamt zich voor haar echte voornaam. Haar moeder heeft nooit willen vertellen wie haar vader is, en als Pip een traumatische ervaring heeft in het Californische kraakpand waar ze woont, besluit ze naar hem op zoek te gaan.
Haar zoektocht leidt haar door Noord-Amerika en Latijns-Amerika, waar ze in contact komt met een charismatische, wereldberoemde internetrebel, Andreas Wolf. Maar Pip weet niet dat Wolf zelf een geheim met zich meedraagt, uit een ver verleden, toen hij in Oost-Duitsland woonde en de Berlijnse Muur nog niet gevallen was.
‘Hoe ik erin verzeild raakte? Rusteloosheid – ja, dat in eerste instantie. Ik had een geliefde, een hoogbegaafde en licht autistische natuurkundige die maar niet kon beslissen of ze nu op mannen of op vrouwen viel, kortom het was aan-uit-aan-uit en dat werd zo dodelijk vermoeiend, dat ik zelf actie ondernam.’
Zo begint Compassie, de vierde roman van Stephan Enter.
Het leven van Frank van Luijn, bijna veertig, kabbelt al decennialang gemoedelijk van relatie naar relatie. Hij verkiest een bestaan zonder verplichtingen boven de schrale eentonigheid van jaar in jaar uit opgescheept zitten met één partner. De laatste tijd is hij blasé en in gezelschap zwijgzaam, omdat hij zich steeds vaker verveelt en anderen onderontwikkeld en oninteressant vindt. Wanneer hij een kennis het fenomeen internetdating hoort beschrijven als een ‘grote snoeppot’ besluit hij zich, deels uit rusteloosheid en deels uit vrijblijvende nieuwsgierigheid, in te schrijven. En daar gebeurt het onverwachte: na enkele teleurstellende ervaringen valt hij als een blok voor de half-Duitse Jessica. Zijn leven verandert, hijzelf verandert, het geluk lijkt hem toe te lachen – tot hij op een onoverkomelijkheid stuit.